De Stilte van de vooruitgang

door

Geert Daelemans

Hij werd plots wakker.

Maar er was iets grondig mis.

Het zacht harmonisch gezoem van zijn ultra lichte koptelefoon, hetgeen er moest voor zorgen dat hij niet wakker 'werd' maar wakker 'vloeide', liet verstek gaan. Het waterbed was koud en de temperatuur in de kamer was ook al niet optimaal. Maar hetgeen nog het meest opviel was de stilte waarin de HAL 120 was verzonken. Geen 'Goeie morgen Steve, hier volgt je check-up: je suikerspiegel is wat aan de hoge kant, daarom bevat het ontbijt dat momenteel wordt opgewarmd een lage concentratie aan ...'. Geen rustgevende sfeerverlichting die langzaam het ontwakingsproces van het menselijk oog volgde. Geen zacht achtergronddeuntje dat gekozen werd in functie van het hartritme. Niets. Complete stilte en duisternis. Of toch? Het antigeluid was niet geactiveerd en daarom hoorde Steve nog steeds het wilde beuken van de onvermoeibare wind tegen zijn flat.

'Zeg Hal, wakker worden, slaapkop.', mompelde Steve met een schorre stem terwijl hij moeizaam uit het bed kroop.

De HAL 120 was, dat mag men gerust toegeven, het meest moderne interne huis-computersysteem dat momenteel voor handen was. Alhoewel de artificiële intelligentie fel had moeten inboeten ten koste van de spraakherkenning, was het best een handig apparaat. Hij zorgde ervoor dat zijn meesters continu werden gecheckt op hun fysieke gezondheid en trachtte zich zo goed mogelijk aan hun onbegrijpelijk wisselvallige gemoedstoestand aan te passen. Een vijftal sensoren, die in het lichaam van Steve waren ingeplant, registreerden zijn temperatuur, hormonenspiegel, bloeddruk, hersenactiviteit en nog enkele minder tot de verbeelding sprekende parameters. Aan de hand van deze gegevens zorgde de HAL dan voor een zo ideaal mogelijke leefomgeving. 'Stress' was immers de grote vijand en nachtrust bleek nog steeds de beste remedie te zijn. Aldus moesten de slaapfazen zo zorgvuldig mogelijk worden gecontroleerd. Met behulp van een ingenieus systeem van geluidsimpulsen, uitgezonden door een koptelefoon, werd de R.E.M.-slaap vervroegd. De onvermijdelijke slaapstoornissen werden verpletterd door weer een ander patroon geluiden. Nu echter voelde Steve zich ellendig. Zijn hoofd deed pijn en zijn hersenen leken uit zijn brosse schedel te willen barsten.

'Hal alstublieft, word wakker.', zuchtte hij, 'Klereding!'. Hij slenterde naar het raam. Het uitzicht was immens, zeker op de hoogte waarop Steve's flat zich bevond. Maar de stad was gehuld in een donkere sluier, geen lichtpuntje te bespeuren. Enkel de maan deed nog moeite om de gigantische buildings te onthullen. Achter hem hoorde hij gekreun.

'Sylvia, ben je wakker?', vroeg hij iet wat onthutst door de dreigende duisternis die zijn volle aandacht opeiste.

'Ja, Steve, ik ben wakker, maar wat doe jij nu al uit bed? Hoe laat is het?' vroeg ze, maar omdat Steve niet dadelijk antwoordde voegde ze er nog aan toe 'Hal, hoe laat is het?'.

'Doe geen moeite Sylvia, ik denk dat de ganse stad zonder stroom zit.'

'Wat?'

'De stroom, weet je, zo...' en hij deed een povere impressie van iemand die iets te veel stroom door zijn lijf kreeg.

'Geen electriciteit, heum.', ze had het begrepen.

'Ik zal naar het kantoor moeten rijden, want vandaag wordt dat nieuwe ontwerp besproken.'

'Maar schat, je bent de laatste drie jaar nog niet eens in de buurt van je kantoor gekomen.'

'Weet ik, weet ik, maar zonder computerverbinding kan ik van hieruit weinig aanvangen, denk ik zo. En mijn aankomende promotie hangt volledig af van die zaak met Swarp, Inc.'

'Kun je de baas dan niet eerst even opbellen en hem vragen wat er moet gebeuren?'

'Hal slaapt, dus geen telefoon, schat.'

'Maar je hebt je G.S.M. toch? En die werkt toch op batterijen?'

'Geniaal idee!', riep Steve terwijl hij wild naar de kast stormde. Even later lichtte het kleine L.C.D.-schermpje van het toestel op en Steve riep verrukt: 'Kijk het Global Positioning System werkt nog!'. Daarna sprak hij tegen het telefoontoestel: 'Baas, Stem'. Dadelijk werd dit geïnterpreteerd als 'Gill Bates opbellen'. De euforie sloeg evenwel om toen een voorgeprogrammeerde stem verkondigde: 'Cel GH12AR is momenteel niet in werking, begeef U naar een ander ontvangstgebied en probeer opnieuw. Global Net toegang geweigerd.' 'Natuurlijk, ook geen stroom bij de ontvangsttorens. Ik ga naar mijn werk, wat is het adres van het kantoor, Hal? ... O verdraaid.'

'Ik denk dat het de Vaultierstaart was, of toch zoiets.'

'Ja, juist, de Vaugierstraat, maar waar ligt die in hemelsnaam, heb je hier soms geen stadsplan liggen? Of misschien een wegenkaart? Ik bedenk zopas dat de metro vandaag waarschijnlijk ook niet zal werken, ik zal moeten wandelen.'

'Aanhoor de laatste nieuwe wet van onze dierbare staat:', citeerde Sylvia met een brede glimlach, 'geen onnodige papieropslag in de flats en dit om het brandgevaar zo goed mogelijk binnen de perken te houden.'

'Verdorie, dan zal ik maar de eerste de beste taxi moeten tegenhouden, want er één bestellen kan niet zonder telefoon en te voet verlies ik zo de weg. Had ik maar een auto met roadmapper zoals die rijke buren van hiernaast.'

'En je arm betalen aan die milieubelastingen zeker. Zeg schat, ik denk trouwens dat je vandaag weinig zou kunnen uitrichten in dat kantoor van je, want daar is ook geen electriciteit, weet je.'

'Maar ... maar wat moet ik dan in hemelsnaam doen?'

Zachtjes sloeg Sylvia op het waterbed waardoor haar lichaam zwoel op en neer bewoog. Zij glimlachte. Hij glimlachte. Het water klotste toen hij dicht bij haar kroop.

De volgende morgen ging het leven weer haar nerveuze gangetje en blokletterden de kranten 'Twaalf uren zonder!'. Negen maanden later verscheen in diezelfde kranten: 'Babyboom in de stad!'.

Sommige zaken zullen nooit veranderen...

Puurs, 19 oktober 1995.